De Volkskrant schreef over het buitenland als verkiezingsthema. Dat is best opmerkelijk. Want meestal gaan verkiezingen over thema’s als zorg, werk en koopkrachtplaatjes. Het buitenland speelt zelden een rol. Nu is dat anders. En we kennen de oorzaak. Ontwikkelingen ver weg zijn van grote invloed op ons leven. Buitenland en binnenland zijn nauwer met elkaar verbonden.

Deze verknooptheid hebben we de laatste jaren sterker ervaren. Extremisme dat floreert op de puinhopen van oorlogsgeweld ver weg bedreigt ook onze veiligheid. Mensen op de vlucht voor oorlog en repressie zoeken veiligheid, ook bij ons. Jonge migranten in mislukte staten zoeken een betere toekomst, ook bij ons. Het oorlogsgeweld in Oekraïne maakt slachtoffers, ook onder ons. MH17 verwondde het hart van Nederland.

Angst voor terrorisme, geweld aan Europa’s grenzen en zorg over vluchtelingen en migranten hebben hun weerslag op Nederland. Dat verklaart waarom het buitenland van belang is op 15 maart, bij het uitbrengen van onze stem.

De politieke reacties op dreiging uit en onrust over het buitenland zijn heel verschillend. De Volkskrant zette politieke partijen tegen elkaar af op een schaal met twee polen. ‘Eigen land eerst’ vormt het ene uiterste. Voor de tegenpool gebruikte de Volkskrant het label ‘zendingsdrang’.

‘Eigen land eerst’ adepten PVV en VVD zien zichzelf als politiek realisten. Ze pleiten voor afschaffing van internationale samenwerking. De door de politiek realisten als naïef bestempelde zendelingen zoals Groen Links, op enige afstand gevolgd door PvdA en D’66, willen juist investeren in internationale samenwerking. SP, CDA en de andere christelijke partijen nemen volgens de Volkskrant een onbestemde middenpositie in.

Het is interessant is om eens te kijken naar een opinie uit een heel andere hoek. Deze week lieten 120 drie en vier sterren generaals in de Verenigde Staten van zich horen. Het zijn ijzervreters waar de pleitbezorgers van ‘eigen land eerst’ graag naar verwijzen als bewijs van hun politiek realisme. Maar de boodschap van deze houwdegens is verrassend anders. Zij pleiten in een brief met een hartstochtelijke zendingsdrang niet voor afbraak maar juist voor investeringen in ontwikkelingssamenwerking en diplomatie.

“Wij weten op basis van onze ervaring in uniform dat voor veel van de crises waarmee ons land wordt geconfronteerd militaire oplossingen niet volstaan. Dat geldt voor de bestrijding van gewelddadig extremisme zoals ISIS in het Midden Oosten en Noord Afrika (…) en voor de stabilisering van zwakke en fragiele staten die kunnen leiden tot meer instabiliteit. Er zijn 65 miljoen ontheemden vandaag, meer dan sinds de Tweede Wereld Oorlog. De consequenties (…) bedreigen de strategische bondgenoten van Amerika in Israël, Jordanië, Turkije en Europa.”

De generaals stellen dat diplomatie, ontwikkelingshulp en civiele organisaties van kritisch belang zijn voor de preventie van conflict. Ze zeggen dat ze “sterke civiele partners nodig hebben in de strijd tegen de aanjagers van extremisme: gebrek aan kansen, onveiligheid, onrecht en gebrek aan hoop.”

En voor wie het niet kan geloven nog enkele citaten. “Onze veiligheid zal toenemen door in de toekomst internationale hulp te blijven voortzetten in plaats van daarop verder te bezuinigen” stelt Generaal Petraeus. “Ontwikkelingshulp draagt bij aan stabiliteit. Het draagt bij aan beter bestuur. Als je dat gericht en duurzaam doet zou het voor ons niet noodzakelijk zijn om militairen te sturen”, aldus oud-minister van Defensie Gates. Internationale samenwerking “kan op de lange termijn even veel doen voor het voorkomen van conflict als het afschrikkend effect van een militaire interventiemacht” stelt Luitenant-Generaal Allen. “Steun voor ontwikkeling is een vitaal onderdeel van Amerika’s nationale veiligheidsstrategie” stelt Generaal Jones.

Wat kunnen we hieruit concluderen? Een eerste conclusie is dat een dominant militaire symptoombestrijding niet meer volstaat. Het recept tegen gewelddadig extremisme kan niet enkel bestaan uit militair geweld. De komst van wanhopige vluchtelingen stopt niet door marine fregatten en nieuwe deals met despoten. De radeloosheid van jonge migranten zonder hoop bestrijd je niet met grensbewaking.

Een tweede conclusie is dat we daarom veel meer oog moeten hebben voor de aanjagers en diepere oorzaken van extremisme, ontheemding en migratie. We moeten onrecht, onveiligheid, gebrek aan kansen en hoop aanpakken. En juist daarom pleiten de Amerikaanse generaals voor strategische investeringen in diplomatie en ontwikkelingshulp.

En de derde conclusie? Die heeft betrekking op de tegenpolen die de Volkskrant hanteert. De pleitbezorgers voor afschaffing van internationale samenwerking verdienen het label ‘eigen land eerst’ niet. Ze kunnen niet langer aanspraak maken op politiek realisme. Wie niet wil investeren in diplomatie, preventie en ontwikkeling is in deze tijd een wereldvreemde fantast en ook een gevaar voor eigen land. De van zendingsdrang betichte pleitbezorgers van strategische investeringen in diplomatie, preventie en ontwikkeling verkeren in het gezelschap van ijzervreters en houwdegens. Hun gedeelde pleidooi is niet langer wereldvreemd, niet enkel waardegedreven maar ook realistisch en urgent.

Een gedachte over “De zendingsdrang van ijzervreters en houwdegens

Plaats een reactie